Zondag 14/07/2013
Ik had me de moeite van die wekker kunnen besparen... Ik
wordt spontaan wakker om 7u40 en gelukkig maar. Om 7u45 laten die
plezanterikken een sirene loeien. Kwestie van iedereen op tijd buiten te
krijgen vermoed ik.
Ontbijten was ik al van plan om onderweg te doen dus ik haast me langzaam om me om te kleden, een klets water in mijn gezicht te gooien en te vertrekken.
Ontbijten was ik al van plan om onderweg te doen dus ik haast me langzaam om me om te kleden, een klets water in mijn gezicht te gooien en te vertrekken.
Ik weet waar ik overal naartoe wil vandaag al ben ik nog
niet zeker in welke volgorde. De dag zal me trouwens leren dat de reeks nog
aangevuld wordt en de volgorde vaak wijzigt. Ik word flexibeler met de dag. En
dat op mijn leeftijd :-).
Weten waar naartoe, is één ding. Weten hoe je er moet
geraken een andere. Vanuit de richting die ik kom staan nu net niet de wegwijzers
die ik zoek – da’s niet voor het eerst, kan ook aan mij liggen. Ik vertrouw op
mijn goed gesternte (hum!) en vind op die manier al een niet op het programma
staande necropolis. Ik vind dit een luguber woord maar zo noemen de Fransen
blijkbaar hun militaire verzamelkerkhoven.
Veel Franse kerkhoven heb ik nog niet aangedaan. In de Somme
liggen sowieso meer Britse cemetrys en als er al een Frans ligt is geen plaats
voorzien om je auto te zetten. Hun inrichting is ook vaak ondermaats. De ruimte
tussen de graven is wel goed verzorgd maar de "omkadering" - en dat
mag je ook letterlijk nemen - is vaak eerder aan de triestige kant. In vele
gevallen een Bekaertdraadje en that’s it. Op dat vlak kunnen ze iets leren van
de Britten.
Bij dit hier valt het mee. Ligt redelijk dicht bij centrum
en grenst achteraan ook aan een gewoon kerkhof. Het licht van de ochtendzon
maakt het misschien ook mooier. Die kanonnen staan er wat misplaatst maar die
staan aan de zijkant, kan ik dus negeren.
Ik slenter weer tussen de (soms dubbele) rijen kruisen, lees hier en daar de namen en vind er heel wat exotisch klinkende tussen. Het is duidelijk dat ook Frankrijk zijn koloniën inschakelde om kanonnenvlees te leveren.
Ik slenter weer tussen de (soms dubbele) rijen kruisen, lees hier en daar de namen en vind er heel wat exotisch klinkende tussen. Het is duidelijk dat ook Frankrijk zijn koloniën inschakelde om kanonnenvlees te leveren.
Eens terug in de mobilhome probeer ik me toch even te
oriënteren en ook ditmaal brengt de ipad zekerheid (dank u NavFree). Ik besluit
bij het verste punt te beginnen en zo terug af te zakken om vanavond terug in
het centrum te zijn. Ik hoop dat er een vuurwerk is – quatorze juillet, n’est
pas. Wellicht kan ik dan op die parking bij de citadel overnachten.
Douaumont, met zijn knekelhuis ofte ossuarium, groot Frans
kerkhof, village detruit enz... Is samen met de tranchées des baïonnettes (het
oudste memoriaal in de regio) het verst, dus op naar Douamont.
Al moet ik nog ontbijten en voel ik er niet voor dit bij dat knekelhuis te doen. Maar ik hoop onderweg nog wel wat te vinden.
Al moet ik nog ontbijten en voel ik er niet voor dit bij dat knekelhuis te doen. Maar ik hoop onderweg nog wel wat te vinden.
En ik passeer inderdaad een picknickplaats, alleen heb ik
die te laat gezien om er op te rijden. Bij het voorbijrijden merk ik overal er
rond nog loopgraven precies. Vreemd om daar een picknickplaats aan te leggen.
Vind het dus niet direct erg dat ik die te laat zag.
Direct erna passeer ik al het Maginotmonument en ben verrast
dat ik dat al zo vroeg tegenkom. De plaatsen liggen hier blijkbaar dichter bij
mekaar dan het kaartje van de dienst voor toerisme doen vermoeden. Dat betekent
meteen ook dat ik sneller bij het knekelhuis zal zijn en ik moet nog ontbijten
verdorie. Ik merk een plaats waar ik kan keren en beslis om toch naar die
picknickplaats terug te keren om daar in de schaduw te ontbijten. Ik vrees dat
dit de enige plaats zal zijn waar nog schaduw te vinden is. Groet in het
passeren nog eens degene die zijn naam gaf aan een of andere verdedigingslinie
in WOII (tenminste dat denk ik want de naam Maginotlinie zegt me ergens iets)
en ik probeer me op de hobbelige "air" zo plat mogelijk te zetten. Ik
zet mijn koffie, eet mijn stuutje en ga toch eens buiten kijken want daar staat
precies een infobord.
Dat klopt, eentje over het fort van Souville. Die naam zegt
me niet direct iets dus ik lees geïnteresseerd. Was dus ook onderdeel van de
fortengordel rond Verdun (nogal wiedes), er werd heroïsch weerstand geboden
enz... Het is via een zijweg te bereiken.
Wat ik voor loopgraven aanzag zullen dat dus inderdaad ook zijn. Ik heb dus eigenlijk ontbeten in de loopgraven. Al was dat wel iets comfortabeler dan zo'n kleine honderd jaar geleden zal geweest zijn. Blijf me afvragen waarom men in godsnaam hier zo'n picknickplaats aanlegt maar begrijp tegelijkertijd: waar zou men het dan wel moeten doen? Het hele bos, de hele streek, ligt hier gewoon vol. Ik verzoen me er dus maar mee.
Wat ik voor loopgraven aanzag zullen dat dus inderdaad ook zijn. Ik heb dus eigenlijk ontbeten in de loopgraven. Al was dat wel iets comfortabeler dan zo'n kleine honderd jaar geleden zal geweest zijn. Blijf me afvragen waarom men in godsnaam hier zo'n picknickplaats aanlegt maar begrijp tegelijkertijd: waar zou men het dan wel moeten doen? Het hele bos, de hele streek, ligt hier gewoon vol. Ik verzoen me er dus maar mee.
Kijk nog wat rond en zie wat verder een wegwijzer
staan die de afstanden naar verschillende delen van de verdedigingswerken van
Souville aanduidt. Die lijken me te doen, zelfs te voet - verste is zo'n 1,3
km. De grindweg lijkt me bovendien geschikt en ik beslis om me er met de
mobilhome op te wagen zover het gaat en ik nog kan keren (want 1,3 km
achteruitrijden zie ik niet direct zitten :-) ).
Ik kan de weg een 500m volgen en dan komt ik op een driesplitsing (of hoe noem je zoiets?). Zet me daar, kan ik me meteen keren en beslis de rest toch maar te voet te doen. Even twijfel ik nog om de mobilhome zomaar in het bos achter te laten maar het is nog vroeg (allé naar mijn normen) en ik heb op hele weg deze morgen nog geen kat gezien en het is feestdag, dus ja....
Ik kan de weg een 500m volgen en dan komt ik op een driesplitsing (of hoe noem je zoiets?). Zet me daar, kan ik me meteen keren en beslis de rest toch maar te voet te doen. Even twijfel ik nog om de mobilhome zomaar in het bos achter te laten maar het is nog vroeg (allé naar mijn normen) en ik heb op hele weg deze morgen nog geen kat gezien en het is feestdag, dus ja....
De weg ligt deels in de zon die toch al flink warmte geeft.
Het is bovendien een klimmend pad dus ik zweet me dra te barsten. De beestjes
merken dat ook en ik kastijd me zelf van tijd tot tijd in de beste opus
dei-traditie in een poging ze van mij af te slaan. 's Avonds zal blijken dat
dat niet zo goed gelukt is want ik zie 4 joekels van bubbels op mijn lage nek
of hoge rug zo je wil. Daar waar de kraag of rand van trui of hemd dus wrijft… :-)
Er staat een eerste pijltje naar een soort voorpost en ik ga
daar alvast al een kijkje nemen. En net als ik van de weg afwijk zie ik zowaar
zo'n paaltje van “Ten Oorlog” staan. Het eerste van mijn hele tocht (niet dat
ik naar zocht) en het zal ook het enige blijken. Ben ondertussen de naam
vergeten die er op stond maar heb er foto van dus zal dat wel terugvinden. Zon,
zweet en muggen zijn direct onbelangrijk en ik ga op zoek naar andere stukken
Souvillefort.
Weer een wegwijzer op een zijpad en ik volg die. Denk even bij het fort zelf te zijn maar is toch "maar" een voorpost maar dan een grote in elk geval. Enkele gepantserde mitrailleurposten en een dito kanonkoepel en resten van een ondergrondse ingang.
Weer een wegwijzer op een zijpad en ik volg die. Denk even bij het fort zelf te zijn maar is toch "maar" een voorpost maar dan een grote in elk geval. Enkele gepantserde mitrailleurposten en een dito kanonkoepel en resten van een ondergrondse ingang.
Dus, ofwel hebben ze het hier opgeruimd of ...ze
nemen het hier niet zo nauw met de veiligheid. Gezien de bekende Franse
nonchalance is dit even goed mogelijk.
Er staat een pijltje richting bospad om tot bij het eigenlijke fort te geraken. Ik sla braaf het bospad in, nadat ik eerst een groepje mountainbikers laat voorgaan en ook nog even een jogger laat passeren. Wat zei ik daarnet, hier geen kat te bekennen?
Er staat een pijltje richting bospad om tot bij het eigenlijke fort te geraken. Ik sla braaf het bospad in, nadat ik eerst een groepje mountainbikers laat voorgaan en ook nog even een jogger laat passeren. Wat zei ik daarnet, hier geen kat te bekennen?
Ik volg dat bospadje, op en neer, links en rechts maar zie
nergens waar het me naar toe leidt. Na een vierde splitsing hou ik het voor
bekeken. Het bos wordt steeds dichter en ik zie niet in hoe daar nog ergens een
fort kan tussen liggen, de sporen van de mountainbikers zie ik ook niet meer en
de beestjes worden weer agressiever. Moet weer aan de achtergelaten mobilhome
denken en keer op mijn stappen terug. Tenminste ik hoop dat het mijn stappen
zijn want opeens ben ik dat ook al niet meer zeker :-). Maar ik kom in elk geval
weer bij het gemaaide gras en vandaar naar de weg en bij ons karreke.
Groet nog maar eens Maginot in het voorbijrijden, passeer
nog 2 kleinere, bijna identieke gedenkstenen waar geen plaats is om even opzij
te staan. Weet dus op vandaag nog niet waarom ze daar staan en vind dat
eigenlijk vervelend. Misschien brengt streetview hier wel soelaas eens ik thuis
ben.
Le Lion die daar ligt te liggen, doden herdenkt en begin van
de Duitse linies zou moeten aanduiden, laat ik rechts liggen en kies de weg
naar Douaumont zoals gepland. Alleen, passeer ik eerst het Verdun memorial en
gezien het nog niet druk is beslis ik eerst maar dat te doen. Voor ik daar
binnen ga hoor ik West - Vlaamse klanken. Blijkt daar een bus West-Vlamingen
rond te lopen. Zeg effe goeiendag en ga naar binnen.
Over het eraan verbonden museum kan ik kort zijn. Het is wel de moeite al is het verhaal ondertussen ook al gekend. De film die ze er vertonen vertelt in wezen ook niets nieuws maar door de stilte en de duisternis van de filmzaal heeft die toch meer impact dan de vitrines met wapens, uniformen en gebruiksvoorwerpen.
Over het eraan verbonden museum kan ik kort zijn. Het is wel de moeite al is het verhaal ondertussen ook al gekend. De film die ze er vertonen vertelt in wezen ook niets nieuws maar door de stilte en de duisternis van de filmzaal heeft die toch meer impact dan de vitrines met wapens, uniformen en gebruiksvoorwerpen.
De weg verder gezet maar enkel voor een paar honderd meters
want daar ligt – eigenlijk moet ik zeggen lag – het eerste village détruit:
Fleury. Aangezien ik de planning toch al vrolijk aan mijn laars gelapt heb,
stop ik hier ook maar meteen. Op de plaats van de vroegere kerk staat er nu een
herdenkingskapel en overal in het rond staan bordjes van wat of wie er toen
was.
Als ik terugkeer naar de mobilhome zie ik een man staan die
ogenschijnlijk wacht tot ik gepasseerd ben om een foto te nemen. Ik haast me de
weg over om uit de weg te zijn. Daarbij zie ik iets bizars. In de verte zie ik
een man in sportuitrusting op krukken af komen. Ik kijk nog eens beter en ja,
hij heeft maar één been. Ik kijk wat beduusd en zie dan dat de fotograferende
(of filmende ) man ook een prothese heeft in plaats van zijn linkerbeen. Er
staat ook een mobilhome met daarop "marathon of hope". Thuis toch eens
opzoeken waarover dit precies zou kunnen gaan.
Maar ik was dus op weg naar Douaumont en geloof het of niet,
ik geraak er ook.
Passeer het Ossuarium en kerkhof aan de rechterkant maar
stop toch even om het memoriaal voor de islamitische soldaten te gaan bekijken.
Dat ligt daar zo een beetje plompverloren langs de weg. Er is duidelijk veel
minder zorg aan besteed dan aan andere monumenten die ik al zag... Er is ook
niet veel aan te zien maar ik wil toch ook daar even blijven bij stil staan.
Terwijl ik daar toch geparkeerd sta loop ik toch maar even het – grote –
kerkhof op. Het licht zit immers goed om een foto te nemen voor op de postkaart
die ik nog moet sturen. Neem dus enkele foto's zowel met fototoestel als met de
ipad. Dit laatste met de bedoeling die vlot te kunnen gebruiken voor de
postkaart die ik via een appke wil opmaken en versturen. Op het scherm van die
tablet kan ik echter niet zien wat ik doe omwille van de felle weerkaatsing al
sta ik in de schaduw. Later zal blijken dat het hoesje rond de ipad niet goed
zat waardoor geen enkele tabletfoto bruikbaar was, weer goe bezig… :-).
Neem de gelegenheid ook te baat om al eens die kant van het
kerkhof te doorlopen, moet ik straks niet meer het hele kerkhof doen. Blijkt
dat ze aan deze kant de moslims samen gelegd hebben, te merken aan de zerkjes
in plaats van kruisen en de andere oriëntatie van de stenen, vermoedelijk
richting Mekka? Ik hoop het tenminste voor hun zielezaligheid.
Ik rij eerst door naar de tranchées des baïonettes, verste
punt van mijn toer. Je moet er geweest zijn, omwille van het verhaal, omdat het
oudste memoriaal is in de streek ...maar eigenlijk nergens anders voor.
Voor ik naar het fort ga kijken is er nog een stop aan het
verwoeste dorp van Doutramont. Ik parkeer me aan de eerste aankondiging omdat
daar ook al een wegwijzer naar het fort staat (800m door een bosweg).Er is daar
ook een goede parkeerplaats en je weet hier nooit of je die wel vind.
Dat maakt dat ik te voet loop door wat eens de hoofdstraat
moet geweest zijn. Weer bordjes met wie en wat daar ooit woonde en waarvan niks
meer te zien is. Ook weer een herdenkingskapel waar vroeger de kerk stond en
verwonderlijk: enkele recente graven bij die kapel. De omringende loopgraven en
bomkraters zie je hier niet, of toch niet zo nadrukkelijk als bij Fleury.
Als ik terug bij de wagen kom valt mijn oog op een aantal
verbodsborden om het erachterliggende terrein en bos in te gaan - militair
domein. Waarom staat daar dan een wegwijzer naar Fort Douaumont? Neem het
zekere voor het onzekere – heb ook niet zo'n zin in nog eens een
insectenwandeling – en beslis maar naar het fort te rijden langs de gewone weg.
Net als ik instap valt er een andere wagen stil. Er stapt een – aan de outfit
te zien –ervaren wandelaar uit en die slaat wel de wegel naar het fort in.
Twijfel toch weer nog even maar de idee van de zoemende beestjes doet me toch
de contactsleutel omdraaien.
Bij het fort aangekomen parkeer ik me op de redelijk gevulde
parking, jammer genoeg in volle zon en ga meteen de kleine toegang binnen. Bij
het kopen van een ticket vraagt het vriendelijk madammeke of ik er eentje wil
voor Douaumont alleen of meteen ook voor het Fort Vaux. Dat stond ook op mijn
programma – al wist ik niet dat je daar ook binnen kon voor een toer. Is wel helemaal aan het andere eind van Verdun, was voorzien als laatste stop, eventueel naar
volgende dag te verdagen. Ik informeer even naar de openingstijden en een blik
op de klok leert dat dat nog wel te doen is. Desnoods moet het knekelhuis maar
wachten tot morgen.
Je krijgt er geen audiogids maar een videogids mee. Ook in
het Nederlands zowaar. Het wordt een leerrijk bezoek waarbij die gids echt wel
een aanvulling is. Al ben ik vaak gewoon aan het luisteren en rondkijken dat ik
vergeet naar de begeleidende videobeelden op het schermpje te kijken. Bijkomend
nadeel: het kost meer tijd en je kan het niet sneller laten gaan, zonder
stukken over te slaan. Maar, zoals gezegd, het maakt de ervaring wel rijker. En
de stemmen zijn niet àl te Hollands :-) )
Het is hier en daar wel uitkijken voor slippertjes op de
natte vloer en de druipende wanden. Het is er kil en klam, een groot contrast
met de bakoven van een parking waar ik net vandaan kom. Er loopt nogal wat volk
maar iedereen is in stilte bezig met zijn eigen gids zodat we eens geen last
hebben van hollende, schreeuwende, lachende of andere enerverende
kindergedragingen.
Ergens is het wel een claustrofobische ervaring. Nu is
overal voldoende licht en je kuiert er als het ware op je dooie gemak rond,
maar toch.
Na de rondleiding binnen doe ik ook even de ronde buiten en
bovenop het fort. Dit versterkt alleen maar dat gevoel van gevangen zitten als
je daar binnen zit.
Een gevoel dat nog veel sterker zal worden bij het bezoek
aan fort Vaux. Het is kleiner en er werd ook harder om gevochten. Het Franse
garnizoen – of wat er van overbleef – heeft zich tenslotte door een totaal
gebrek aan voorraden, water en zelfs lucht, moeten overgeven.
Het moet inderdaad een hel geweest zijn. Al durf ik me niet
claustrofoob noemen, ik voel me niet al te goed in zo'n afgesloten ruimtes.
Zolang ik weet dat ik er uit kan en ruimte heb om te bewegen gaat dat. Maar dat
hadden de soldaten toen van geen kanten. Ik zou gek geworden zijn. En misschien
werden zij dat ook wel. Ik kan me niet voorstellen dat je daar – net zoals uit
de loopgraven tout court trouwens – ongeschonden uit komt.
Vandaag is dat echter geen enkel probleem maar ik ben toch
blij weer de zon op mijn schouders te voelen branden. Loop nog snel even over
en rond het fort en haast me om toch nog in het ossuarium te raken. Dat zou
open zijn tot 18u en dat zou net moeten lukken.
Alleen lijkt de weg nu opeens langer en zit er bovendien af
en toe een bromkar of tractor in de weg :-).
Ik zie bovendien nog een aantal bordjes staan van zaken waar ik zou kunnen – en ook wel wil – stoppen maar dan keer ik straks nog maar eens terug. Ken de weg ondertussen van buiten.
Ik zie bovendien nog een aantal bordjes staan van zaken waar ik zou kunnen – en ook wel wil – stoppen maar dan keer ik straks nog maar eens terug. Ken de weg ondertussen van buiten.
Ik geraak in het Ossuarium om 20 voor 6, krap. Voor ik het
ticket koop vraag ik toch nog even of het wel de moeite is. Blijkt om 18u nog
een laatste voorstelling van hun film is. Dat voldoet voor mij en ga dus nog
binnen.
Het gebouw zelf is kan je niet mooi noemen. Zeker de
buitenkant en de weg naar de toren vind ik. Nu zijn inhoud is natuurlijk ook
niet mooi. De overblijfselen van 130 000 onidentificeerbare gesneuvelden zijn
er ondergebracht in compartimenten volgens dat ze ze uiteindelijk op het
slachtveld van de streek van Verdun teruggevonden hebben. Soms to 7 – 8 maanden
nadat ze sneuvelden. Fransen, Senegalezen, Somaliërs, Duitsers, men weet het
niet eens. Katholiek, protestant, moslim, ongelovig, men weet het niet. Daarom
was deze oplossing eigenlijk de enig mogelijke.
Ik heb aan beide uiteinden van de lange gang een kaars
gebrand. Voor hen, allemaal, hier en gelijk waar, gelijk wanneer.
Ik ben op tijd voor de film, kan zelfs nog even in de
vieworama's – of hoe die dingen ook mogen heten – kijken. Ik ga de filmzaal
binnen, samen met nog een 10-tal late vogels. En hoewel er ook hier weer niets
nieuws te zien of horen valt beklijft het me toch opnieuw. De plaats waar je
zit is daar niet vreemd aan. Je zit immers tussen de compartimenten met
beenderen. De openingszin van de film is dan ook niet gelogen: ”Dit is geen
filmzaal zoals een andere”. Een understatement van jewelste.
Terug buiten loop ik nog even naar de voorkant waar je
uitkijkt op het enorme kerkhof waar men diegenen (Fransen toch) heeft gelegd
waarvan men wel nog kon ontdekken wie het was. Nog eens zo'n 15 000.
Ik heb niet meer de moed om ook hier nog tussen de rijen te
wandelen. Ben blij dat ik dat vanmorgen voor een stukje gedaan heb maar nu kan
ik het niet meer.
Ga terug naar de mobilhome en vraag me af wat ik ga doen.
Terug naar Verdun en in afwachting van een eventueel vuurwerk eten maken en nog
wat schrijven? Of toch nog even terug langs de weg die ik daarnet deed om die
nieuw ontdekte pijlen te volgen. Ik kies voor dat laatste, ik heb een overgang
nodig. Of zoiets.
Dus nog maar eens dezelfde weg terug. Het eerste (verste
eigenlijk) blijk ik te snel gelezen te hebben. Een monument voor gefusilleerden
had ik gezien. Dacht aan voor lafheid of desertie gefusilleerden. Maar het
blijkt om leden van de résistance in WOII te gaan. Niet dat dat minder
belangrijk is maar mijn kop staat er minder naar. Op de weg vindt ik daar mijn
derde dode vlinder vandaag.
En steeds doen die me aan de slotsequenties van de
film “all quiet on the western front” denken.
Een tweede is naar iets als Batterie d'hopital, wat dat ook
zou mogen zijn. Ga in het bos op zoek. Ik vind eerst een soort van poortje,
naar een ondergrondse schuilplaats vermoed ik. Ik loop nog even verder en zie
dan een vijftal gewelfbogen tussen de bomen. Dat zal het dan wel zijn alleen
staat nergens iets wat uitlegt wàt dit dan wel zou moeten geweest zijn. Ik keer
beetje ontgoocheld terug. Nog niet veel overgang gehad.
Als ik terug wil instappen zie ik iets veder nog een
wegwijzer. Ga even loeren. Blijkt naar fort Souville te zijn, 0,3km. Aangezien
ik dat vanmorgen gemist heb en in de rondleiding in Vaux vernomen heb dat dit
toch ook een belangrijke pijler van de Franse verdediging is geweest, probeer
ik het nog eens van die kant. Mogelijks, waarschijnlijk, is de weg waar ik
langs loop gewoon het andere einde van de weg die ik vanmorgen liep. De zon is
al aan het verdwijnen en in dit bos wordt het toch al redelijk duister.
Ik vind uiteindelijk de volledig overwoekerde ingang van wat
eens fort Souville moet geweest zijn. Ga loeren, probeer een foto te nemen,
o.a. van de galerij aan de ingang, stoot mijn hoofd bij het rechtkomen na het
nemen van de foto, vloek hardgrondig en zeker ook hardop, maar ben toch blij
dat ik dat fort nog "gevonden" heb.
Ik kan met een gerust hart en een pijnlijke kop terug naar
Verdun, parking aan de citadel zoeken, potje koken en hopen dat er een vuurwerk
is én, ik het vind.
Parking is geen probleem, ik hoef immers maar de pijlen
citadel souterrain te volgen die er hier blijkbaar wel overal staan en aan de
goede kant van de weg :-).
Het potje koken is een overstatement. Ik pak een steelpan,
een blikje ravioli en 3 minuten later kan ik eten. Voor de vitamientjes knabbel
ik een extra appel en tomaat en ik kan er weer tegen.
Er staan weeral een vijftal mobilhomes op de verder lege
parking. Een deel daarvan heeft zich zichtbaar al klaargemaakt om te
overnachten, dat zal hier dus geen probleem zijn. Er komen nog twee
Poolse Hymerintegralen aan,, met alles er op en eraan. Auto-opkopers die even
vakantie nemen denk ik terloops.
Als er toch even een gewone wagen de parking oprijd en ik de dame
die er uit stapt taxeer als "local", neem ik de gelegenheid te baat
om even te informeren of er mogelijks een feu d'artifice is ce soir. Ze zou het
eigenlijk niet weten, denkt dat het gisteren was omdat ze knallen gehoord heeft
en het bovendien in vele gemeenten de gewoonte is om het vuurwerk in de nacht
tussen 13 en 14 juli te houden. Dat valt tegen.
Eén van de redenen om mijn vakantie begin juli te nemen, toen ik nog belange niet wist wat ik waar ging gaan doen, was juist omdat je in Frankrijk altijd wel ergens een vuurwerk(je) kan meepikken op hun feestdag.
Eén van de redenen om mijn vakantie begin juli te nemen, toen ik nog belange niet wist wat ik waar ging gaan doen, was juist omdat je in Frankrijk altijd wel ergens een vuurwerk(je) kan meepikken op hun feestdag.
Nu, de zaken zijn wat ze zijn en ik begin verder te
schrijven aan dit dagboek. Daar is immers nog wel wat werk aan (waar ben ik
eigenlijk aan begonnen?).
Zo gezegd zo gedaan en ik pik de draad op bij Vauquois. Ik
maak me de bedenking dat, zelfs als niemand – ook ik niet – de moeite doe om
dit (later) te lezen, alleen al het feit dat ik het schrijf, en dus verplicht
ben de vele losse gedachten die me tijdens deze reis overvallen toch een beetje
te ordenen en te herkauwen, zijn waarde heeft. Het is zeker geen verloren tijd.
Terwijl ik herkauw en de prachtige volzinnen weer in een
ijltempo uit mijn toetsenbordje te voorschijn komen op het ipadscherm, komt de
ene auto na de andere de parking opgereden. Naarmate het uur vordert en de
schemering valt, begint die zelfs redelijk vol te staan en alle arrivées gaan
dezelfde kant op, richting centrum. Ik begin stillekesaan te vermoeden dat er
misschien toch mogelijks een vuurwerk
zou kunnen zijn. (veel voorwaardelijker kan ik het niet meer stellen zeker?
Lol!) Ik berg dan ook mijn schrijfbordje op, kleed me even om (kan moeilijk in
mijn ondergoed de straat op gaan), sluit de mobilhome af en volg de massa.
Aangezien niet iedereen helemaal dezelfde weg volgt fixeer
ik me op een jonger koppel die ongeveer hetzelfde tempo aanhoudt als ik. We
naderen de Quai de Londres in het centrum. Aan de er reeds verzamelde massa (en
dat woord is geen overdrijving), de locatie aan het water en de aanwezigheid
van straatventers die allerlei lichtgevende brol verkopen, vermoed ik dat, als
er iets te doen is vanavond het wel hier zal zijn en het inderdaad om vuurwerk
zal gaan. (amaai, inderdaad volzinnen lol!)
Het is inmiddels 22u en sommige jongeren kunnen duidelijk
niet wachten tot het grote spektakel begint. Ze steken dan maar zelf al een
hoop vuurpijlen af. Daarbij niet gehinderd door enig veiligheidsbesef want ze
doen dit in alle richtingen, op alle hoogtes en blijkbaar liefst zo horizontaal
mogelijk gericht naar de andere oever (en dus ook recht op de massa volk die
ook daar al klaarstaat). Gelukkig lijkt de reikwijdte van die vuurpijlen niet
al te groot zodat ze, op enkele – gelukkig hoger gerichte – exemplaren na, de
andere oever net niet bereiken voor ze afgaan. Helemaal gerust ben ik er toch
niet op .
Ik heb voor de overkant van de Londense kaai gekozen, daar
staan de mensen iets minder opeengepropt in de niet afkoelende avond. Waarom
moest ik ook een lange broek en een trui aandoen verdorie ? Buiten de stad
koelt het duidelijk af 's avonds maar hier niet. Nu, de trui kan ik gemakkelijk
uitdoen en dat is alvast een stuk beter. Zeker nu ook aan deze kant er steeds
maar volk bijgepropt wordt. Het wordt 23 uur en wat ik hoopt gebeurt, 't spel
begint. Er klinkt eerst riverdance-achtige muziek (wat ik leuk vind) en dan komt
de verwelkoming en 't Frans, Duits (wekt blijkbaar enige hilariteit op) en het
Engels. En dan begint het te knallen, fluiten, knetteren en fisteren.
En hoewel ik hier naar uitkeek, voel ik me ineens wat
ongemakkelijk. Het voelt vreemd om, na een week ondergedompeld te zijn in WOI
met zijn verhalen over verschrikkelijke, gekmakende, dagenlange
artilleriebarrages, hier bewonderend te staan kijken naar
"artistieke" ontploffingen.
Ik kan het uiteindelijk wel van me af zetten en genieten van
het schouwspel. Het is trouwens lang geleden dat ik nog eens een vuurwerk zag
waarvan de muziek die ze erbij gaven zo goed was. Goede geleuidskwaliteit, goed van
genre(s) en van timing. De Belgische vuurwerken die ik laatst zag zijn dan misschien gesofistikeerder wat knal-, kleur- en lichteffecten betreft, het
totaalplaatje bevalt me hier beter.
Al heb ik al bij al het gevoel dat ik nooit meer op dezelfde
manier naar vuurwerk zal kunnen kijken.
Als de finale salvo's weerklinken kan ik niet anders dan me nog eens de bedenking te maken dat ik hier nu vrijwillig voor 20 minuten ben komen naar
kijken en luisteren, wetende dat het een ongevaarlijke show is (die enkele
jongeren even niet te na gesproken :-) ), als feestgebeuren. Terwijl een kleine
eeuw geleden mensen, gedwongen, uren, dagen aan een stuk aan zo'n – en wellicht
nog luider – kabaal werden blootgesteld. Wetende, naargelang de kant van waar
het kwam, dat het ofwel bedoeld was hen nu te doden ofwel hen straks een bijna
zekere dood in te jagen.
Nee ik denk niet dat ik nog op dezelfde manier naar vuurwerk
zal kijken als vroeger (al zal ik het ook niet laten hoor).
Na de kleuren, licht en lawaai worden we door dezelfde
vriendelijke stem, weer in drie talen, uitgenodigd om nog deel te nemen aan het
volksbal en zeker volgend jaar terug te komen. Dat bal laat ik aan mij voorbij
gaan en dat terugkeren houd ik nog in beraad :-).
Ik zak voorzichtjes, voor zover het de kaai verlatende volk
mij dat toelaat, af naar mijn parking. Het was een lange vermoeiende maar ook
mooie dag. Ik denk dat ik goed ga slapen.
Daarvoor moet ik echter nog eerst in slaap geraken. Er stond
zoals gezegd al wat volk op die parking en die moeten allemaal naar huis. Dat
gaat niet bij iedereen even snel of vlot. Sommigen hebben duidelijk al wat te
veel feest gevierd, anderen weten van geen ophouden en weer anderen hadden hun
voorraad vuurpijlen en bommetjes verkeerd ingeschat en nog niet kunnen
opgebruiken. Ze besluiten dan maar dat op de parking te doen... Ik schrijf dus
nog maar wat verder in het dagboek in afwachting dat slapen zal lukken. Tegen 2
uur lijkt het buiten stil te vallen. Met de bedenking dat het inderdaad een
lange, vermoeiende maar ook mooie dag was doe ik mijn ogen dicht en vertrek
naar het rijk der dromen.
Maandag 15/07/2013
Als ik wakker word is alles stil en vredig buiten. Het is al
licht en ik kijk even op mijn klok en zie 7:15 staan. Tevreden dat het nog maar
kwart na zeven is grom ik me nog even op mijn andere zijde. Ergens vind ik het
vreemd dat ik me al zo uitgeslapen voel. Na een tijdje kijk ik toch nog even
naar die klok en die toont nog steeds 7:15. Dan valt mijn frank, ze staat op de
datum, idioot. Het blijkt al half elf te zijn...geen wonder dat ik me
uitgeslapen voelde :-D
Met wat tegenzin kruip ik uit het bed, ik moet immers een
goeie 300km verder geraken vandaag. Ik laat het front achter me en ga gaan
ontspannen.
Al is het ook een beetje spannend, terugkeren naar Montapas, de
plaats waar ik vroeger zo'n 5, 6 keer op vakantie geweest ben.
Hoe zou het er
uitzien? Zouden er nog mensen zijn die ik nog ken van toen?
We bleven toen immers naar daar gaan, precies omwille van de
mensen die we er ieder jaar terug zagen.
Zou er plaats zijn? Zou het er goed weer zijn – over mijn
eerste week kan ik alvast niet klagen.
Zou ik me er nog goed voelen?
Zal ik me er kunnen bezig
houden voor een week? Moet nog wel even aan dit ding hier werken maar kan dat
toch ook niet de godganse dag doen?
Allemaal vragen waarop ik tegen de avond voor een stuk het
antwoord zal weten. Maar dat is voor "achter de frontlijn", het ten
oorlog trekken is voor even voorbij.
Ik verlaat Verdun langs de Voie Sacrée en rij rustig
zuidwaarts.
P.S.
Na 5 dagen luieren in de zon ben ik bij mijn terugkeer
naar België naar Ieper gereden. Ik heb me gehaast om er voor 20u te zijn zodat
ik de Last Post kon meemaken.
Alhoewel ik Ieper al vaker bezocht heb was ik daar nog nooit
bij aanwezig geweest.
Ik ben er op tijd geraakt, rond 19u was ik op de
camperparking aan het sportcentrum. Fiets gepakt, en tot bij de Menenpoort
gereden.
Dacht nog even rond te wandelen maar ben toch maar meteen aan de
Menenpoort gebleven. Het begon er immers al redelijk vol te lopen. Er was zich
ook een muziekensemble aan het opstellen. Zo te zien werd het een uitgebreidere
versie die avond.
En ja, inderdaad. Nadat de 4 brandweermannen, onder een
inmiddels volledig volgelopen Menenpoort hun klaroenhulde gebracht hadden, was
er, tijdens het neerleggen van verschillende bloemen en/of kransen door mensen
van diverse pluimage, nog muziek te horen. Er werd door die groep afgesloten
door de Brabbançonne en het God Save te Queen.
De pompiers mochten daarop de plechtigheid afsluiten.
Een gepaste afsluiter vond ik van mijn eerste WOI reis (ik
heb zo het idee dat er nog gaan volgen).
Ik moet alvast ook nog eens een soberder Last Post meemaken.
Er is nog genoeg te wandelen in de streek dus dat komt wel in orde.